“Every little thing is gonna be all right!” Ajax is voor de tweede keer op rij kampioen en de 31e titel is een feit. Frankie en zijn jongens hebben het weer geflikt om vanuit een bijna onmogelijke positie terug te vechten en als nummer 1 te eindigen. De Arena is donker. Grote spotlights staan gericht op de feestvierende spelers op het veld die hun ereronde lopen. Het licht van duizenden telefoontjes zorgen voor een extra dimensie: de Arena is een donkere zee met duizenden sterren. Deze sterren deinen mee met het gezang uit tienduizenden Amsterdamse kelen. We Are The Champions, Dit Is Mijn Club en natuurlijk Three Little Birds.
De klassieker van Bob Marley is de afgelopen jaren uitgegroeid tot hét Ajaxlied. Vanaf de eerste klanken deint iedereen met een Ajaxhart mee en zingt uit volle borst de tekst van één van ’s werelds grootste muzikanten. Een topnummer met een verhaal. Ajax moet het jarenlang zonder kampioenschap doen, op bestuurlijk niveau is het minstens zolang een ramp en op momenten drijft dat zelfs sommige fans tot cynisme. Hoe wordt Ajax weer het Ajax zoals we die ooit kenden met de oh zo herkenbare filosofie? Daar lijkt in de jaren voor de aanstelling van Frank de Boer weinig meer van over. Een harde realiteit. Realiteit of niet, Three Little Birds – ‘every little thing is gonna be all right’ gaat op in mindere en betere tijden. Een heerlijk nummer die, de strijders van de tribune, op de kaart hebben gezet in Nederland en Groot-Brittannië. Een supporterssong die door Johan Cruijffs’ fluwelen revolutie werkelijkheid werd. Maar de eerste keer? Dat was in Cardiff.
‘Don’t worry’ Cardiff City-Ajax juli 2008
“Was het de eerste keer dat Ajaxfans op deze manier met Bob Marley meezongen?” Stadion-dj van Cardiff Ali Yassine hoort voor het eerst dat Three Little Birds mede dankzij hem een bijzondere plek heeft veroverd in Amsterdam. De stadion-dj legt enthousiast uit waarom hij juist die avond veel reggaemuziek draaide. “Ik heb vroeger gitaar in een reggae band gespeeld en ik heb Ajax altijd al een mooie club gevonden.” Ali gaat verder met zijn meer dan interesse voor Amsterdam en Ajax. “Eén van de redenen is de liefde die Amsterdam heeft voor reggae maar ook vanwege het ‘totaalvoetbal’.” Zoals een echte ‘totaal voetbal’liefhebber betaamt noemt Yassine een aantal spelers die Ajax heeft voortgebracht: “Johan Cruijff, Marco van Basten, Dennis Bergkamp en Patrick Kluivert.”
“Zoveel mogelijk reggae”
Uitgelaten vertelt de dj van Cardiff verder over het treffen met Ajax. “Toen ik eenmaal wist dat wij vriendschappelijk tegen Ajax zouden spelen, heb ik besloten om zo veel mogelijk reggae te spelen. Toppers van Burning Spear en Culture tot Peter Tosh en Bob Marley.” In de maanden na het treffen met Ajax bleef de dj veel reggae spelen. “Echt, de reacties waren geweldig. Van de club moest ik lekker zo door blijven draaien omdat het de sfeer zoveel goed deed.” Al snel was er een rage ontstaan en klonken de reggae-sounds door vele speakers in andere stadions. Yassine vertelt het volgende hierover. “Sommige clubs hier in Groot-Brittannië begonnen het te kopiëren. Sunderland was er al snel bij om deze vibe proberen over te brengen op haar fans en verschillende andere clubs volgden.” Volgens de reggae-dj was dit nog maar het begin van Bob Marley in Groot-Brittannië. Toen Ajax vorig seizoen met een kleine 4000 man op bezoek ging in Manchester hebben de Ajacieden zichzelf en Bob Marley helemaal op de kaart gezet in de Britse voetbalscene. “Veel fans hier in de UK hebben het over de support van Ajax op Old Trafford gehad. Alleen maar lovend waren die. Met name hoe Three Little Birds ten hore werd gebracht.”
Reputatie Cardiff
Terug naar de dag waar het allemaal begon. Zodra bekend wordt dat Ajax een oefenwedstrijd speelt tegen Cardiff, beginnen de alarmbellen te rinkelen bij de fanatieke Ajacieden. Elke doorgewinterde supporter die de scene een beetje volgt, heeft de BBC-reportage van Cardiff’s Soulcrew eind jaren 90 minimaal één keer gezien. De Soulcrew heeft een flinke reputatie in Groot-Brittannië en dat willen aardig wat fanatieke jongens aan den lijve ondervinden. Op verschillende manieren wordt er gereisd naar het eiland. Dat is te zien in de pub waar de Ajacieden samen komen. Veel van de jongens die binnen zitten zijn met de bus gekomen. Er is weinig geslapen, als er al is geslapen. De pub stroomt die middag voller en voller. Er worden handen geschud, wat gedronken en gesproken over wat eventueel komen gaat. De sfeer is ontspannen maar iedereen is ervan bewust dat ‘t in één keer over kan slaan.
Door Cardiff
Onder een grote politiebegeleiding wordt er uiteindelijk naar Ninian Park, het stadion van Cardiff City, gelopen. De groep Amsterdammers loopt langs typische Britse rijtjeshuizen. Er is veel bekijks door de mensen uit de buurt en anders zorgen de Mokum-boys er wel voor de nodige aandacht. “We’re coming from Amsterdam, que sera sera”, galmt door de Cardiffse arbeiderswijk. Er zijn wat provocaties uit de wijk die wordt gepasseerd, een reactie vanuit de Ajaxgroep wordt op z’n zachts gezegd stevig de kop ingedrukt door Welsche bobbies. Waarop er weer een reactie komt vanuit de Ajaxgroep. Autoriteit en supporters: geen gelukkige combinatie. Aangekomen bij het stadion worden we wél welkom geheten door de Bluebirds. Heel veel indruk maakt het echter niet en zorgt de politie ervoor dat de ‘visitors’ snel in hun deel van het stadion zijn. Positief verrast zijn de enigszins vermoeide Amsterdammers wanneer het duidelijk wordt dat er echt Brits bier te koop is in het stadion. Na deze lange tocht zijn velen meer dan dorstig.
De wedstrijd
Gelukkig maar dat er bier is want de wedstrijd is ronduit zaad. Dat mag de pret niet drukken. Het opnaaien van het thuispubliek is begonnen en gezang klinkt in Ninian Park. “10, 9, 8, 7…..” Door de Amsterdammers wordt er van de ene kant van het vak naar de andere kant gerend. Wat weer voor reacties zorgt in de thuisvakken en het gezag wordt er knap onrustig van. Er is niet gescoord tijdens de wedstrijd en de de Welsche ME komt dan ook ‘tooled-up’ voor het uitvak staan. Niet dat ‘t veel invloed heeft op de stemming bij de Ajacieden. Het is de voorbereiding van ‘t seizoen en bij vele veel belangrijker, met zo’n drie a vierhonderd gasten is naar de Welsche hoofdstad afgereisd. Een machtig gevoel overheerst in het uitvak tot aan het einde van de wedstrijd. Zoals gewoonlijk worden de uitsupporters vast gehouden in het stadion totdat de Cardiff-fans huiswaarts zijn. Het leger politiemensen laat zien dat men in Cardiff geen risico neemt met de heren uit Amsterdam. De zorgeloze sfeer wordt al snel uitbundig wanneer de stadion dj muziek begint te draaien en de ene na de andere reggaetopper de revue passeert.
We’re jammin’
De stemming is uitgelaten. Het was een mooie dag en who gives a fuck om een ‘friendly’? Dan, de inmiddels bekende eerste klanken van ons nummer klinken door de speakers van het bijna lege Ninian Park. Er wordt door een groot deel van het uitvak ingehaakt, stemming wordt feestelijker en daar ie ‘ie dan: ‘every little thing is gonna be all right’. Heerlijk. Three Little Birds, voor het eerst uit een paar honderd Amsterdamse kelen is moeilijk te beschrijven. Om hem compleet te maken wordt er midden in de song een aankondiging gemaakt door de stadionspeaker waarop de Ajacieden van de gelegenheid gebruik maken om zich even voor te stellen: AM-STER-DAM HOO-LI-GANS AM-STER-DAM HOO-LI-GANS! Ajax beleeft mindere tijden, maar de saamhorigheid onder de jongens, het trotse gevoel om als Amsterdammers de toon te zetten in de stad en het stadion van Cardiff voert de boventoon.
Bewondering en vrees voor de Ajaxfans
Dj Ali Yassine vertelt hoe die avond door de andere partijen werd beleefd. “Soul crew heeft natuurlijk een behoorlijk reputatie. Met name in de jaren 80 en 90 waren ze berucht. Ik denk dat de jongens hier wel respect hadden voor het aantal meegereisde fans uit Amsterdam voor zo’n vriendschappelijk wedstrijdje. Om een voorbeeld te geven, jullie waren met meer fans dan Swansea wat hier om de hoek ligt. Daar komt bij dat er dat de ‘Ajaxlads’ niet als ‘pussys’ bijstonden.” De politie had al snel door dat de reggae-klanken invloed had op de feestelijke Ajacieden. Dus kreeg Yassine een mededeling van de politie. “De politie zei tegen mij ‘probeer ze te entertainen.’ Dus ging ik verder met mijn reggaesongs. Dit sloeg aan, de Ajaxfans hadden het naar hun zin en de politie bleef maar zeggen “blijf doorspelen, blijf doorspelen”.
Three little birds in de ArenA
Een vervolg op ‘de hit’ uit Cardiff laat even op zich wachten. Op het beroemde filmpje op YouTube krijgen wij, Ajax-boys, ondertussen van over de hele wereld credits en lijkt het besef bij steeds meer Ajacieden te komen dat we goud in handen hebben. Bob Marley – Wiet – Amsterdam – Ajax, how can you go wrong? En daar was dan toch het vervolg. Tijdens de thuiswedstrijd van Ajax in oktober 2009 tegen Dinamo Zagreb klinkt er ineens Three Little Birds door de speakers van de Arena. De dj van de Arena van die avond Robin Velderman vertelt. “Johan Rietveld van Ajax had een verzoek van de supportersvereniging gehad of het nummer Three Little Birds eens kon worden gedraaid. Hij legde die vraag weer bij mij neer, en ach, ik had hem bij me. Dus aan het einde van de rust heb ik hem ingestart en dat viel enorm goed. Een wedstrijd later hebben we hetzelfde kunstje nog eens gedaan, en een traditie was geboren.”
Net als in Cardiff, waar het echt begon met Three Little Birds, wordt er spontaan ingehaakt. Capo van VAK 410 Dani denkt terug aan die avond en vertelt. “De meeste liederen van VAK 410 worden ingezet vanaf het capohek, soms haakt 410 in op een song vanuit een ander deel van het stadion óf er zijn songs die wij mee zingen zodra deze door de speakers van de Arena klinken. Denk aan Bloed Zweet en Tranen van Hazes. Dat was nu met Three Little Birds ook het geval.” De capo van VAK 410 gaat verder. “Inmiddels kende iedereen wel het filmpje van Cardiff. Blijkbaar vonden de meeste het zo’n mooi nummer voor bij Ajax op de tribunes dat er gelijk werd meegezongen. ‘Singing don’t worry ‘bout a thing, cause every little thing is gonna be all right.’”
Amsterdam op zijn best
Three Little Birds heeft zijn intrede in de Arena gedaan. Al vrij snel wordt het lied populair en draait dj van de Arena Bob Marley vaker en vaker. Bij grote wedstrijden wordt het nummer als laatste gedraaid voordat de spelers het veld opkomen voor de tweede helft of zijn er optredens tijdens de rust. Er wordt al snel door duizenden Ajacieden ingehaakt met kilometers kippenvel tot gevolg. Wanneer ‘ons’ nummer stopt blijven duizenden Ajax-Marley’s op de tribune onverstoorbaar doorzingen en dansen. Op het ritme van reggaebeat gaan de armen in de lucht en de voeten van de vloer. Glimlachen van oor tot oor en kleine ogen door een rook walm dat nederwiet heet. Amsterdam op zijn best.
Cynisme in Ajax’ teleurstellende jaren
Ajax is al jaren geen kampioen meer geworden en het is op bestuurlijk niveau ook al jaren een zooitje. Dit tot grote ergernis van de Ajacieden. Ajaxonwaardig.
Wij, Ajax, zijn gewend altijd en overal te domineren. Tijden zijn veranderd. Waar er vroeger na 15 minuten slecht spel al “Sesamstraat lalala” te horen was lijkt mede dankzij de inbreng van VAK 410 het besef te leven dat Ajax het support van de tribunes meer dan ooit nodig heeft. Meer en meer Ajacieden gaan bijna kritiekloos achter de ploeg staan. In de sportief mindere tijden lijken veel Ajacieden hun ei kwijt te kunnen in het nummer van Bob Marley. Met een cynische toon of met hoop dat altijd zal blijven. Wat moet je ook anders als die-hard fan. Na zware jaren breekt een bijzondere periode aan in onze clubgeschiedenis. Onder leiding van Johan Cruijff wordt de fluwelen revolutie ingezet en is onze Frank, Frankie de Boer, trainer van Ajax 1. De jeugd heeft weer de toekomst en Ajacieden van naam zitten weer in alle gelederen van de club. Twee jaar achter elkaar worden we kampioen. Had die wijze man met die drie vogeltjes op zijn stoep toch gelijk.
Enzo