Dat is nou het mooie van supporten. Met je snuit langs het veld, klimmen in de hekken, de spelers net niet kunnen aanraken. Dolletjes met de keeper. Het contact, de beïnvloeding van de spelers. In Arena bijna ondenkbaar, maar in de stad aan de Maas ‘gelukkig’ nog niet.
Menno Pot heeft het al eens verwoord: je hebt van die figuren rondlopen als Pascal Bosschaart en Danny Buijs. Echte feyenoorders. Als supporter vóel je dat: van Bosschaart, Buijs, maar ook Nicky Hofs en Theo Lucius wist ik al dat ze Feyenoorders waren voordat ze het daadwerkelijk werden.
Stijn Vreven, Patrick Pothuizen en Gregoor van Dijk zijn ook Feyenoorders. Opgefokt. Lomp. Ajax-publiek heeft daar een antenne voor: ah, kijk, die nummer 6, dat is er eentje! Als we die een halfuurtje gek jennen, dan gaat-ie eraf met rood.
En het mooie is: de weerzin is altijd wederzijds. Je vóelt dat die voetballers ook een hekel aan Ajax hebben. Het is steevast een type jongen dat de kunst niet beheerst om minzaam en uit de hoogte over dat vreselijke Ajax te praten. Ze beheersen alleen de underdog-modus. En dat vinden wij dan weer leuk.
Afgelopen zondag werd ook menig Ajacied gejend. Hoort erbij. Slechts weinig resultaat, ja mening hoekschop kwam niet goed voor de pot. Maar dat zijn we hier wel gewend.
Geen Ajacied mocht met rood op zak eerder douche zondag. Vanuit Mokum krijg je gewoon een dikke middelvinger naar je tribune geslingerd...
There’s only one Luis Suarez!